القائمة
De Bij
16.1. Het gebod van Allah is komende, verhaast het daarom niet. Heilig is Hij en verheven boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen.
16."2. Hij zendt door Zijn gebod engelen met een Openbaring neder tot wie van Zijn dienaren Hij wil (zeggende): ""Waarschuwt, dat er buiten Mij geen God is, vreest daarom Mij alleen."""
16.3. Hij heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen. Verheven is Hij boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen.
16.4. En Hij heeft de mens uit een levenskiem geschapen, maar ziet deze is een openlijke redetwister.
16.5. En het vee heeft Hij geschapen, waarvan gij warmte en nut hebt terwijl gij er ook van als voedsel gebruikt.
16.6. En er is schoonheid in voor u wanneer gij het 's avonds naar huis drijft en wanneer gij het 's morgens laat weiden.
16.7. En zij dragen uw lasten naar een land, dat gij niet zonder grote moeilijkheid (voor uzelf) zoudt kunnen bereiken. Voorzeker, uw Heer is Liefderijk, Genadevol.
16.8. En paarden en muildieren en ezels (heeft Hij) geschapen opdat gij er op moogt rijden en tot sieraad (voor u). En Hij zal ook wat gij nog niet kent, scheppen.
16.9. En bij Allah berust het, de rechte weg (te tonen) en er zijn wegen die afwijken. En als Hij wilde, zou Hij u allen hebben geleid.
16.10. Hij is het, Die water voor u uit de wolken zendt, gij hebt er drank van en het doet bomen groeien, waarmede gij uw vee voedert.
16.11. En Hij doet daarmede koren voor u groeien, de olijf, de dadelpalm, de druiven en allerlei andere vruchten. Daarin is voorzeker een teken voor een volk dat nadenkt.
16.12. Hij heeft door Zijn gebod de nacht, de dag, de zon, de maan en de sterren in uw dienst gesteld. Voorzeker daarin zijn tekenen voor een volk dat overweegt.
16.13. En in de dingen, die Hij in verscheidene kleuren op aarde voor u heeft geschapen is voorzeker een teken voor een volk dat er lering uit wil trekken.
16.14. En Hij is het, Die de zee tot uw beschikking heeft gesteld opdat gij er vers vlees van moogt eten en er sieraden uit moogt nemen die gij draagt. En gij ziet er de schepen over varen opdat gij van Zijn overvloed moogt zoeken en dankbaar moogt zijn.
16.15. En Hij heeft hechte bergen op de aarde geplaatst opdat gij niet geschokt zult worden en rivieren en paden opdat gij de juiste weg moogt inslaan.
16.16. En merktekenen en door de sterren vinden zij (de mensen) de juiste richting.
16.17. Is dan Hij, Die schept gelijk aan iemand die niet schept? Wilt gij dan er geen lering uit trekken?
16.18. En indien gij de gunsten Van Allah wilt opsommen, kunt gij dat stellig niet doen. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
16.19. En Allah weet wat gij verbergt en wat gij openbaart.
16.20. Maar degenen, die zij naast Allah aanroepen, scheppon niets, want zij zijn zelf geschapen,
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات