القائمة
Het Huis van Imran
3."41. Hij zeide: ""Heer, geef mij een teken."" Hij antwoordde: ""Uw teken zal zijn, dat gij drie dagen slechts door gebaar tot de mensen zult spreken. Gedenk uw Heer vaak en verheerlijk Hem 's avonds en 's morgens."""
3."42. Toen zeiden de engelen: ""O, Maria, Allah heeft u uitverkoren en u gereinigd en u boven de vrouwen aller vollkeren uitverkoren."""
3.43. O, Maria, wees uw Heer gehoorzaam en werp u neder en aanbid met degenen, die aanbidden.
3.44. Dit is een van de tijdingen van het ongeziene, die wij u openbaren. En gij waart niet bij hen toen zij lootten (om te zien), wie hunner de voogd van Maria zou zijn, noch waart gij bij hen, toen zij met elkander redetwistten.
3."45. Toen de engelen zeiden: ""O, Maria, waarlijk, Allah geeft u blijde tijding door Zijn woord: Zijn naam zal zijn: de Messias, Jezus, zoon van Maria, geëerd in deze wereld en in de volgende en hij zal tot hen behoren die in Gods nabijheid zijn."
3."46. En hij zal tot het volk spreken in de wieg en op middelbare leeftijd en hij zal één der rechtvaardigen zijn."""
3."47. Zij zeide: ""Heer, hoe zal ik een zoon hebben, daar geen man mij heeft benaderd?"" Hij zeide: ""Zo schept Allah, wat Hij wil. Wanneer Hij iets beslist, zegt Hij daartoe slechts: ""Wees"" en het wordt."
3.48. En Hij zal hem het Boek (de goddelijke Wet) en de Wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwijzen.
3."49. En hij zal een boodschapper voor de kinderen Israëls zijn. ""Ik kom tot u met een teken van uw Heer, ik zal u uit klei de vorm van een vogel maken, dan adem ik daarin en hij zal een vogel worden, door Allah's gebod. En ik genees de blinden en de melaatsen en doe de doden herleven en ik deel u mede, wat gij zult eten en wat gij in uw huizen zult opslaan. Voorzeker, daarin is voor u een teken, indien gij gelovigen zijt."""
3.50. Ik kom tot u met een teken van uw Heer bevestigende wat vóór mij was, namelijk, de Torah en om u iets, van wat u was verboden toe te staan, vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.
3."51. Voorzeker, Allah is mijn Heer en uw Heer, aanbidt Hem daarom, dit is het rechte pad."""
3."52. Toen Jezus hun (der Israëlieten) ongeloof bemerkte, zeide hij: ""Wie zullen mijn helpers zijn terwille van Allah?"" De discipelen antwoordden: ""Wij zijn de helpers van Allah. Wij geloven in Allah. En getuigt gij dat wij Moslims zijn."""
3.53. Onze Heer, wij geloven in hetgeen Gij hebt geopenbaard en volgen deze boodschapper. Schrijf ons onder hen die getuigen.
3.54. En zij maakten plannen (tegen Jezus). Allah maakte ook plannen (tegen hen), maar Allah voorziet het beste.
3."55. Toen Allah zeide: ""O, Jezus, ik zal u doen sterven en u tot Mij, opheffen en u zuiveren van de ongelovigen en zal uw volgelingen tot de laatste dag over hen doen zegevieren die u niet geloven, dan zal uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder u rechtspreken over datgeen waarin gij verschildet."
3."56. Doch de ongelovigen zal Ik in deze wereld en in de volgende streng straffen en zij zullen geen helpers hebben."""
3.57. De gelovigen die goede werken verrichten zal Ik volle beloning toekennen. Maar Allah heeft de onrechtvaardigen niet lief.
3.58. Dat is hetgeen Wij u van de tekenen en de wijze vermaning meedelen.
3."59. Voorzeker, het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als dat van Adam. Hij (Allah) schiep hem uit stof en zeide: ""Wees"" en hij werd."
3.60. De waarheid is van uw Heer, behoort daarom niet tot degenen, die twijfelen.
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات