القائمة
De Koe
2."201. Sommigen hunner zeggen: ""Onze Heer, schenk ons het goede in deze wereld, alsook in de komende wereld en bescherm ons voor de marteling van het Vuur."""
2.202. Voor dezen zal er een aandeel zijn wegens hetgeen zij hebben verdiend. En Allah is vlug in het verrekenen.
2.203. En gedenkt Allah gedurende het vastgestelde aantal dagen, maar wie na twee dagen zich haast (om te vertrekken) het zal voor hem geen zonde zijn en wie achterblijft, ook voor hem zal het geen zonde zijn. Dit geldt voor hem, die God vreest. Vreest Allah en weet, dat gij voor Hem zult worden verzameld.
2.204. En onder de mensen is iemand, wiens spreken over dit leven u zou behagen en hij stelt Allah tot getuige voor wat in zijn hart is en toch is hij de meest twistzieke.
2.205. Wanneer hij gezag heeft, gaat hij in het land rond, om er wanorde te stichten en de oogst en het nageslacht (van de mens) te vernietigen, maar Allah houdt niet van wanorde.
2."206. En wanneer er tegen hem wordt gezegd: ""Vrees Allah"", dan spoort de trots hem aan tot verdere zonde. Daarom is de hel goed genoeg voor hem en voorzeker, deze is een kwade rustplaats."
2.207. En onder de mensen is iemand, die zich weggeeft, Allah's welbehagen zoekende, Allah is goedertieren jegens Zijn dienaren.
2.208. O gij die gelooft, komt in volledige overgave en volgt de voetstappen van Satan niet, hij is voorzeker uw verklaarde vijand.
2.209. Maar indien gij uitglijdt nadat de duidelijke tekenen tot u zijn gekomen, weet dan, dat Allah Almachtig, Alwijs is.
2.210. Zij wachten op niets anders, dan dat Allah en de engelen in de schaduw der wolken tot hen komen en dat de zaak beslist wordt. En tot Allah worden alle dingen teruggebracht.
2.211. Vraag de kinderen Israëls, hoeveel duidelijke tekenen Wij hun hebben gegeven. Maar hij die de gunst van Allah verandert, nadat zij tot hem is gekomen, (wete) dat Allah streng is in het straffen.
2.212. Het leven dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend gemaakt en zij bespotten de gelovigen. Maar de godvrezenden zullen boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah schenkt Zijn gaven overvloedig aan wie Hij wil.
2.213. De mensheid was één gemeenschap. Daarna verwekte Allah profeten als brengers van goede tijdingen en als waarschuwers en zond met hen het Boek neder, dat de waarheid bevatte, om onder de mensen te richten over datgene waarin zij verschilden. En niemand verschilde er over, dan degenen aan wie het (Boek) was gegeven, nadat duidelijke tekenen tot hen waren gekomen, - uit afgunst jegens elkander. Dan heeft Allah door Zijn gebod de gelovigen geleid betreffende de waarheid, waarover zij hot oneens waren, en Allah leidt naar het rechte pad, wie Hij wil.
2."214. Denkt gij dat gij de Hemel zult binnengaan, terwijl cle toestand dergenen, die vóór u gingen, nog niet over u is gekomen? Armoede en tegenslagen kwamen over hen en zij werden hevig geschokt, totdat de boodschapper en de gelovigen met hem zeiden: ""Wanneer komt Allah's hulp?"" Ja, voorzeker, de hulp van Allah is nabij."
2."215. Zij vragen u, wat zij moeten besteden. Zeg hun: ""Welke rijkdom gij ook weggeeft, het moet zijn voor ouders, naaste verwanten, wezen, behoeftigen en reizigers. En welke weldaad gij ook doet - Allah weet het goed."
2.216. Vechten is u geboden ofschoon gij er afkerig van zijt, maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl het slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet.
2."217. Zij vragen u omtrent het vechten in de heilige maand. Zeg: ""Het vechten hierin is een grote overtreding, maar de mensen van de weg van Allah af te houden en Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige Moskee (te verhinderen) en haar mensen er van te verdrijven, is bij Allah een grotere zonde, en vervolging is erger dan doden."" En zij zullen niet ophouden, u te bevechten, totdat zij u van uw geloof hebben afgebracht, als zij kunnen. Maar wie onder u zich van zijn geloof afkeert en sterft als een ongelovige - diens werken zullen tevergeefs zijn in deze wereld en in de toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin verblijven."
2.218. Zij, die geloven en zij die voor de zaak van Allah hun land verlaten en er voor ijveren, zijn het, die Allah's barmhartigheid verwachten en Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
2."219. Zij vragen u omtrent wijn en kansspel. Zeg hun: ""In beide is groot nadeel en ook enig voordeel voor de mensen, maar het nadeel is groter dan het voordeel."" En zij vragen u, wat zij moeten weggeven. Zeg hun: ""Hetgeen gij kunt missen."" Zo maakt Allah u Zijn geboden duidelijk, opdat gij over deze en de volgende wereld zult nadenken."
2."220. En zij vragen u omtrent de wezen. Zeg hun: ""De bevordering van hun welzijn is een goede daad. En als gij met hen omgaat zijn zij uw broeders. En Allah weet de kwaadstichters van de vredestichters te onderscheiden. En indien Allah het had gewild, zou Hij het u moeilijk hebben gemaakt. Voorzeker, Allah is Almachtig, Alwijs."
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات