القائمة
De Bij
16.61. En indien Allah de mensen voor hun onrechtvaardigheid zou straffen, zou Hij geen levend schepsel op aarde achterlaten, maar Hij geeft hun uitstel tot een vastgestelde termijn, en wanneer hun tijd is gekomen kunnen zij deze niet voor een enkel uur uitstellen of vervroegen.
16.62. En zij schrijven aan Allah toe waar zij niet van houden (dochters), hun tong spreekt leugen, nl. dat hun het beste gewordt. Ongetwijfeld komt het vuur hun toe waaraan zij zullen worden overgeleverd.
16.63. Bij Allah, Wij zonden (boodschappers) tot de volkeren die vóór u waren, maar Satan deed hun werken voor hen schoon schijnen. Daarom is hij nu (in deze wereld) hun vriend en (in het Hiernamaals) zullen zij een smartelijke straf ontvangen.
16.64. En Wij hebben alleen dit Boek tot u nedergezonden, opdat gij hun hetgeen waarover zij verschillen moogt uitleggen en tevens als leiding en barmhartigheid voor de mensen die geloven.
16.65. En Allah heeft water uit de hemel nedergezonden en er de aarde na haar dood mee opgewekt. Daarin is voorzeker een teken voor een volk, dat wil luisteren,
16.66. Ook het vee bevat voorzeker een les voor u. Wij geven u van hetgeen in hun buik is, van tussen het uitwerpsel en het bloed, n.l. melk, zuiver en aangenaam voor degenen die drinken,
16.67. En van de vrucht der dadelpalmen en druiven maakt gij een bedwelmende drank en een goed voedsel. Voorwaar, daarin is een teken voor een volk dat zijn verstand gebruikt.
16."68. En uw Heer heeft de bij bezield, (zeggende): ""Maakt huizen in de heuvels en in de bomen en in hetgeen men bouwt."""
16.69. Eet dan van alle soorten vruchten en volgt onderdanig de wegen van uw Heer. Er komt uit hun buik een vloeistof (honing) van verschillende tinten voort waarin genezing is voor de mens. Voorzeker, daarin is een teken voor een volk dat nadenkt.
16.70. En Allah schept u, dan doet Hij u sterven, en er zijn sommigen onder u die een hoge ouderdom bereiken, waardoor zij na kennis te hebben vergaard, niets meer weten. Voorzeker, Allah is Alwetend, Almachtig.
16.71. En Allah heeft sommigen uwer boven anderen in levensonderhoud bevoorrecht. Maar degenen die Hij bevoordeelde geven hun bezit niet aan hun ondergeschikten, zodat deze er gelijk in zullen worden. Willen zij de gunst van Allah dan verloochenen?
16.72. En Allah heeft uit uw midden echtgenoten voor u gemaakt en heeft u van uw echtgenoten kinderen en kleinkinderen geschonken en u van goede dingen voorzien. Willen zij dan in valse dingen geloven en de gunst van Allah verloochenen?
16.73. En zij aanbidden naast Allah dingen (afgoden) die over hun levensonderhoud van de hemelen of van de aarde in het geheel niet beschikken, noch enige macht bezitten.
16.74. Sehrijf daarom geen gelijken aan Allah toe. Voorzeker Allah weet (alles), en gij weet niets.
16.75. Allah geeft de gelijkenis van een slaaf, die nergens macht over heeft, en van iemand die Wij van een ruim levensonderhnud hebben voorzien, die er heimelijk en openlijk van besteedt. Zijn zij gelijk? Alle lof komt Allah toe! Maar de meesten hunner weten het niet.
16.76. En Allah geeft een gelijkenis van twee mannen: een hunner is stom, heeft nergens macht over en is een last voor zijn meester, waar hij hem ook heenzendt, hij brengt (hem) niets goeds mee. Kan deze gelijk zijn aan hem die rechtvaardigheid gelast en die zelf op het rechte pad is?
16.77. En aan Allah behoort het Onzichtbare van de hemelen en van de aarde. En het geval van het Uur is als een oogwenk, neen, het is nog sneller. Voorzeker, Allah heeft macht over alle dingen.
16.78. En Allah bracht u terwijl gij niets wist, uit de baarmoeder van uw moeder voort en gaf u oren, ogen en hart, opdat gij dankbaar moogt zijn.
16.79. Zien zij niet, dat de vogelen in het gewelf van de hemel in onderdanigheid worden gehouden? Niemand houdt ze tegen dan Allah. Voorwaar, daarin zijn tekenen voor een volk dat wil geloven.
16.80. En Allah heeft van uw huizen een rustplaats voor u gemaakt, ook heeft Hij van de huiden van het vee woonplaatsen voor u gemaakt die gij licht vindt, op de tijd waarop gij reist en op de tijd waarop gij halt maakt, en van hun wol, hun vachten en hun haar maakt gij meubelen en gebruiksartikelen, voor een (bepaalde) tijd.
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات