القائمة
De Profeten
21.81. En Wij maakten de geweldige wind aan Salomo onderdanig. Deze blies om zijnentwille in de richting van het land dat Wij hadden gezegend. En Wij bezitten kennis van alle dingen.
21.82. En Wij maakten onder de duivels, die voor hem doken en daarnaast andere arbeid verrichtten en Wij waren het die over hen waakten.
21."83. En (gedenk) Job toen hij tot zijn Heer riep, zeggende: ""Kwelling heeft mij terneer geworpen en Gij zijt de Genadigste der genadigen."""
21.84. Wij verhoorden daarom zijn gebed en bevrijdden hem van moeilijkheden en gaven hem de zijnen en het gelijke er van daarnevens, als een bewijs Onzer barmhartigheid en als een herinnering voor de vromen.
21.85. En Ismaël en Idries en Zol-Kifl, allen behoorden tot de standvastigen.
21.86. En Wij namen hen op in Onze genade want zij behoorden tot de rechtvaardigen.
21."87. En Zonnoen (Jonas) toen hij in toorn heenging en dacht dat Wij geen macht over hem hadden en in de duisternis uitriep, zeggende: ""Er is geen God dan Gij. Heilig zijt Gij. Ik behoorde inderdaad tot de onrechtvaardigen."""
21.88. Wij verhoorden toen zijn gebed en namen zijn droefenis van hem weg. En aldus verlossen Wij de gelovigen.
21."89. En Zacharia, toen hij tot zijn Heer riep, zeggende: ""Mijn Heer, laat mij niet alleen en Gij zijt de Beste der erfgenamen."""
21.90. Toen verhoorden Wij zijn gebed en beloofden hem Johannes en Wij maakten zijn vrouw geschikt (een kind te krijgen). Zij plachten met elkander te wedijveren in goede werken en zij riepen Ons in hoop en vrees aan en waren nederig voor Ons.
21.91. En (gedenk) haar, die haar kuisheid bewaarde, Wij bliezen haar Onze geest in en Wij maakten haar en haar zoon tot een teken voor alle volkeren.
21.92. Voorwaar, dit is uw gemeenschap: één gemeenschap, en Ik ben uw Heer, aanbidt Mij derhalve.
21.93. Doch zij (hun volgelingen) hebben hun eenheid verbroken, toch zullen zij allen tot Ons terugkeren.
21.94. Wie ook goede werken verricht en een gelovige is, voor diens ijver zal geen ondankbaarheid zijn. Wij zullen dit voorzeker in zijn voordeel boekstaven.
21.95. En voor een stad die Wij verdelgd hebben, is het een onherroepelijk gebod, dat het (volk) niet zal terugkeren.
21.96. Zelfs wanneer Gog en Magog zullen worden losgelaten en zij elke hoogte zullen overschrijden.
21."97. En als de ware Belofte nadert, dan ziet, de ogen der ongelovigen zullen verstard zijn. (Zij zullen zeggen): ""O! wee ons, wij waren hier inderdaad onachtzaam over, neen, wij waren onrechtvaardigen."""
21.98. Voorwaar, gij met hetgeen gij buiten Allah aanbidt, zult de brandstof der hel zijn. Daartoe zult gij komen.
21.99. Indien dezen werkelijk Goden waren geweest zouden zij niet daarin zijn gegaan, nu zullen allen er in verblijven.
21.100. Daarin zullen zij weeklagen en niets horen.
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات